Zout heeft drie eigenschappen die van belang zijn voor voedsel:
smaak, conservering en functionaliteit.
Tegenwoordig wordt zout meestal gebruikt om voedsel op smaak te
brengen, soms vanwege de eigen smaak (zoals in zoute chips), maar
meestal als smaakversterker.
Zout kan ook worden gebruikt als conserveermiddel. Door de
activiteit van water in het voedsel te verlagen, belemmert zout de
groei van bacteriën en fungeert het als conserveermiddel in
gezouten vis- en vleesproducten. Ook speelt het een belangrijke rol
bij de productie van kaas.
De structurele eigenschappen en het watervasthoudend vermogen
van zout zijn ook belangrijk voor de voedselproductie. Doordat zout
water vasthoudt in vleesproducten, lijken worsten steviger. En
doordat het kristalrooster van zout voor structuur zorgt, kan brood
zijn vorm beter behouden.
Ten slotte - en dit is een recentere toepassing - wordt zout
gebruikt als structuurverbeteraar. Het bescheiden zoutkristal is
gaandeweg synoniem geworden met culinaire flair en decadentie, maar
zoals elke vorm van decadentie dient het met mate te worden
gebruikt om gezond te blijven!